stopwords
nl
aan, af, al, alles, als, altijd, andere, ben, bij, daar, dan, dat, de, der, deze, die, dit, doch, doen, door, dus, een, eens, en, er, ge, geen, geweest, haar, had, heb, hebben, heeft, hem, het, hier, hij, hoe, hun, iemand, iets, ik, in, is, ja, je, kan, kon, kunnen, maar, me, meer, men, met, mij, mijn, moet, na, naar, niet, niets, nog, nu, of, om, omdat, onder, ons, ook, op, over, reeds, te, tegen, toch, toen, tot, u, uit, uw, van, veel, voor, want, waren, was, wat, we, wel, werd, wezen, wie, wij, wil, worden, wordt, zal, ze, zei, zelf, zich, zij, zijn, zo, zonder, zou